Kleine locaties en alleen werken
Op kleine locaties en in ambulant werk is het nemen van voorzorgsmaatregelen een extra uitdaging, omdat je als medewerker er al snel alleen voor komt te staan. Wat is er te doen om in noodsituaties in die setting doeltreffend om te gaan met de situatie?
-
medewerker
-
team
-
organisatie
Weet wat te doen
Op kleine locaties is extra aandacht nodig voor BHV, omdat hulp vaak niet direct voorhanden is en omdat technische voorzieningen misschien minder uitgebreid zijn. De vraag is waar je op kunt terugvallen in noodsituaties. In ieder geval is van belang dat je weet wat de meest handige volgorde van acties is in diverse noodsituaties, zodat je niet hoeft na te denken, maar direct kunt handelen.
- Waar haal ik hulp vandaan, hoe alarmeer ik die?
- Hoe breng ik cliënten en eventuele andere bezoekers in veiligheid (waar kunnen ze naartoe)?
- Wat kan ik zelf doen (en wat moet ik laten) om het gevaar verder in te dammen?
Terugvallen op de omgeving
Om voldoende hulp te organiseren moet je mogelijk terugvallen op hulp van derden uit de omgeving van de kleine locatie (buren, andere bedrijven of instellingen, beveiligingsfirma, huisartsenpost). Verzeker je ervan dat die ook beschikbaar is op de tijden dat je er mogelijk gebruik van moet maken. Leg van tijd tot tijd contact om een relatie te hebben met degene(n) op wie je terugvalt als het echt nodig is.
Ambulant werken
Soms ben je te gast. Bijvoorbeeld als je op een andere locatie werkt of op huisbezoek bent. Ook daar kunnen zich incidenten voordoen waarbij hulp vereist is. Voor agressie-incidenten kun je voorzorgsmaatregelen nemen (zie onderdeel ‘Agressie’).
Als gast bij een andere organisatie moet je als ‘derde’ in feite kunnen rekenen op de BHV van de organisatie waar je op bezoek bent. Maar als je regelmatig over de vloer komt, word je vaak niet meer als bezoeker gezien. Verdiep je dan in hoe je hulp kunt krijgen bij die organisatie en maak zo nodig formeel afspraken hierover.
Zelf weten wat je kunt doen
Je kunt jezelf niet in alle situaties redden, maar het is wel handig als je de basiskennis bij je hebt. De EHBO-app van het Rode Kruis kan je daarbij helpen.
Weet wat te doen
Op kleine locaties is extra aandacht nodig voor (de omvang van) BHV. Je bent aangewezen op elkaar, omdat je niet kunt terugvallen op de BHV-organisatie van de werkgever en technische voorzieningen zoals bij grote locaties. Dit houdt in dat je goed moet afstemmen met de teamleden over wie wat doet in noodsituaties. In ieder geval is van belang dat je overeenstemming hebt over:
- Wie van de collega’s doet wat in noodsituaties?
- Wat is de meest handige volgorde van acties in diverse noodsituaties (niet hoeven nadenken, maar direct kunnen handelen)?
- Hoe schakel je aanvullende hulp in (waar komt hulp vandaan, hoe alarmeer je die)?
- Wie brengt de cliënten en eventuele andere bezoekers in veiligheid (hoe, waar kunnen ze naar toe)?
- Wat kunnen we als team verder doen (en wat niet) om het gevaar verder in te dammen?
Terugvallen op de omgeving
Om voldoende en tijdige hulp te organiseren moet je mogelijk terugvallen op hulp van derden uit de omgeving van de kleine locatie (buren, andere bedrijven of instellingen, beveiligingsfirma, huisartsenpost). Maak binnen het team afspraken over hoe je borgt dat hulp uit de omgeving ook altijd beschikbaar is op de tijden dat je er mogelijk gebruik van moet maken. Leg van tijd tot tijd contact om een relatie te hebben met degene(n) op wie je terugvalt als het echt nodig is.
Heb een gezamenlijke norm
Kleine locaties zijn vaak overzichtelijk en dan kan de indruk bestaan dat er geen extra maatregelen nodig zijn om noodsituaties te kunnen hanteren. Er zijn vanuit wetgeving en vergunning vaak minder eisen aan dergelijke kleine settings. Maar dat maakt ook kwetsbaar. Daarom is hier een hoge norm nodig wat betreft het voorkomen van risico’s (denk aan opgeruimd houden, omgaan met roken en open vuur etc.). Er is ook een hoge norm wat betreft het ‘op elkaar kunnen rekenen’. Besteed dus op teamniveau voldoende aandacht aan de teamnormen als het gaat om voorkomen en hanteren van noodsituaties en in stand houden van de veiligheidsvoorzieningen (zie ook onderdeel brandveiligheid).
Beperk de risico's
Kleine locaties zijn vaak overzichtelijk en dan kan de indruk bestaan dat er geen extra maatregelen nodig zijn om noodsituaties te kunnen hanteren. Er zijn vanuit wetgeving en vergunning vaak minder technische eisen aan dergelijke kleine settings. Maar dat maakt ze ook extra kwetsbaar. De bezetting is vaak beperkt waardoor medewerkers er snel alleen voor komen te staan. Daarom is hier een hoge norm nodig wat betreft het beperken van risico’s (denk aan opgeruimd houden, omgaan met roken en open vuur etc.) en organiseren dat er snel en voldoende hulp geboden wordt.
De volgende punten zijn belangrijk om ten minste te regelen:
- Heldere afspraken over het brandveilig gebruik van de ruimtes.
- Opstellen van risicoprofielen van cliënten.
- Periodieke controle van de checkpunten voor brandveiligheid (veiligheidsrondes).
- Concrete instructies over hoe te handelen in noodsituaties.
- Beschikbaarheid van geschikte hulpmiddelen en voorzieningen voor detectie van brand, alarmering, EHBO en blussen (met geborgd beheer en onderhoud).
- Specifieke afspraken over snel kunnen inschakelen van hulp van buiten (en waarborgen dat dit werkt).
- Afspraken en training/oefening voor het goed op elkaar afgestemd zijn van teamleden en eventuele derden om handelend te kunnen optreden bij noodsituaties.