Gezond en veilig werken
De arbocatalogus van de GGZ

Bescherming tegen stoffen

Of stoffen tot gevaren of schade leiden hangt sterk af van de wijze waarop ermee gewerkt wordt. Daarom moet je goed op de hoogte zijn van de risico’s en van de veilige werkwijze. Uiteraard is het aan de werkgever om de juiste voorzieningen te regelen en middelen op orde te houden.

 

Vraag naar stoffeninformatie

Werk je met stoffen of in een omgeving waar die vrijkomen, dan is het zaak te weten hoe je dat veilig kunt doen. Vraag om de stoffeninformatie of werkplekinstructiekaarten. Als je vragen hebt kun je die stellen aan de leiding of aan specialisten zoals de preventiemedewerker of de bedrijfsarts. Doe dat zeker als je zwanger bent of wilt worden en twijfelt over de risico’s.

Dit zijn de dingen die je doet om veilig te werken:

  • Volg de voorlichting en instructie die de instelling jou aanbiedt.
  • Zorg dat je bekend bent met de werkinstructies en protocollen over het werken met gevaarlijke stoffen. Lees ze voordat je met een middel gaat werken.
  • Werk volgens deze instructies en protocollen en de aanwijzingen op de verpakking.
  • Meng geen stoffen als dat niet in gebruiksvoorschriften staat.
  • Werk schoon: houd de werkplek schoon, ruim gebruikte stoffen meteen op in een geschikte afvalbak en gebruik de beschikbare voorzieningen zoals afzuiging.
  • Neem kennis van de procedure hoe te handelen bij ongewilde gebeurtenissen met gevaarlijke stoffen.
  • Gebruik en onderhoud de persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste wijze: weet zeker dat de handschoenen en eventuele adembescherming bestand zijn tegen de gebruikte stoffen.
  • Bewaar geen voedsel op werkplekken waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn.
  • Eet en drink niet op de werkplek. Was de handen goed vóórdat je (op een andere plek) gaat eten of drinken.
  • Maak gebruik van de interne deskundigheid (preventiemedewerker/arbocoördinator).
  • Meld mogelijke arbeidgerelateerde klachten (zoals allergie) aan je leidinggevende.
  • Meld incidenten, (bijna-)ongevallen en gevaarlijke situaties bij je leidinggevende.
  • Bespreek knelpunten in het werkoverleg en/of het jaar-/functioneringsgesprek.
  • Spreek elkaar aan als je ziet dat je collega niet volgens de afgesproken regels werkt.

Maak afspraken en houd elkaar scherp

Als je werkt met gevaarlijke stoffen of in een omgeving waar die vrijkomen, moet je met elkaar bekijken welke risico’s dat mee zich meebrengt en hoe je die kunt verminderen. Een veilige werkwijze bereik je door met elkaar afspraken te maken over hygiënisch werken en op elkaar te letten als het gaat om veilig met stoffen omgaan. Heb je als team vragen over risico’s en hoe veilig te werken, vraag dan om de stoffeninformatie of werkplekinstructiekaarten. Hulp kun je ook bij de leiding of aan specialisten vragen zoals de preventiemedewerker, arbeidshygiënist of de bedrijfsarts. Als een collega zwanger is, bespreek dan met elkaar of en hoe er aanpassingen in het werk nodig zijn.

Dit zijn de dingen die jullie doen om veilig te werken:

  • Neem met elkaar de werkinstructies en protocollen door over het werken met gevaarlijke stoffen (ook met nieuwe medewerkers).
  • Hou elkaar scherp op het werken volgens deze instructies en protocollen en de aanwijzingen op de verpakking.
  • Hou gevaarlijke stoffen (en afval daarvan) zo veel mogelijk binnen de opslagplaatsen/voorzieningen en buiten bereik van degenen (ook cliënten) die niet geacht worden ermee te werken.
  • Neem kennis van de procedure hoe te handelen bij ongewilde gebeurtenissen met gevaarlijke stoffen.
  • Gebruik en onderhoud de persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste wijze: weet zeker dat de handschoenen en eventuele adembescherming bestand zijn tegen de gebruikte stoffen.
  • Bewaar geen voedsel op werkplekken waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn.
  • Eet en drink niet op de werkplek. Was de handen goed vóórdat je (op een andere plek) gaat eten of drinken.
  • Meld incidenten, (bijna-)ongevallen en gevaarlijke situaties bij je leidinggevende en analyseer met elkaar wat er nodig is om herhaling te voorkomen.
  • Bespreek knelpunten in het werkoverleg en/of het jaar-/functioneringsgesprek.
  • Spreek elkaar aan als je ziet dat jouw collega niet volgens de afgesproken regels werkt.

Bied technische voorzieningen en geef voorlichting

Op basis van de Risico-Inventarisatie & -Evaluatie (RI&E) is bekeken welke maatregelen nodig zijn om medewerkers en cliënten te beschermen tegen gevaarlijke stoffen. Dat zijn aan de ene kant technische voorzieningen en aan de andere kant zorgvuldigheid van collega’s. Bewustzijn over stoffen is zeker ook van belang, maar zal niet op de eerste plaats bovenaan staan. Bekijk daarom met elkaar hoe je dit praktisch kunt oplossen. Een vereiste is dat de informatie compact en praktisch wordt aangeboden. Het is gewenst dat een werkplekinstructiekaart wordt opgesteld voor de relevante handelingen waar risico’s aan kleven.

De volgende punten zijn belangrijk om ten minste te regelen:

  • ’De risico’s wegnemen waar dat kan:
    • Voorkom of beperk door technische maatregelen de blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Bijvoorbeeld door automatische doseersystemen, goede ruimteventilatie en bronafzuiging.
    • Sla de gevaarlijke stoffen op in een geschikte kast. Houd producten die met elkaar kunnen reageren gescheiden van elkaar. Beperk de hoeveelheid op de werkplek tot maximaal de dagvoorraad.
    • Voer gevaarlijk afval regelmatig af. Voer ook producten af die niet meer gebruikt worden.
  • Geef voorlichting en praktische instructie aan werknemers over:
    • De mogelijke gevaren die zij lopen
    • De maatregelen om blootstelling te voorkomen
    • Gebruiken van de juiste beschermingsmiddelen
    • De hygiënische voorschriften
    • Wat te doen bij incidenten
    • Waar en hoe deskundige hulp gevraagd kan worden
    • Extra aandacht bij zwangerschap en werken met stoffen
    • Wat te doen bij klachten (zoals allergie/huidklachten)
  • Zorg dat op iedere verpakking van een gevaarlijke stof de naam van de stof en de gevaarsaanduiding opvallend en goed leesbaar vermeld staan.
  • Zorg dat actuele werkinstructies en protocollen op de werkplek aanwezig zijn, inclusief werkplekinstructiekaarten over risico’s van stoffen.
  • Stel de benodigde beschermingsmiddelen (handschoenen, adembescherming, spatbril) ter beschikking en beheer dit (tijdig vervangen!).
  • Organiseer periodiek een ronde op de werkplek om na te gaan of de veilige werkwijzen worden toegepast (borging).

Tabaksrook/roken

Tabaksrook/rookbeleid is als een apart onderwerp opgenomen.